Gisteren hebben we een hele drukke dag gehad, dus vandaar nu pas de blogpost.
's Ochtends begonnen we aan een lange en vermoeiende tocht (2.0) naar de Piratenbaai (oftewel: Poris de Candelari). We hebben dubbel zo lang gedaan over de wandeling die één uur en een kwartier had moeten duren, doordat we de verkeerde weg waren ingeslagen. We hebben die weg helemaal van Tijarafe (640 m) tot bijna aan de kust (30 m) gevolgd en vervolgens moesten we - tot Tarzans zware irritatie - weer bijna helemaal omhoog. Met de brandende zon en de steile weg naar beneden en Tarzans ergernis zagen we het eigenlijk allebei niet meer zitten, maar we wilden niet nóg een keer op de blog moeten zetten dat het niet was gelukt om de Piratenbaai te bereiken (grapje, dat was niet de reden, ik wilde gewoon per se naar de baai om aan mezelf te bewijzen dat we het konden).
Gelukkig was Tarzan zo adrem om terwijl ik mijn schoenen aan het strikken was zijn duim op te steken naar een voorbijrijdende auto en zo een lift voor ons te regelen bij een vriendelijke Palmero (onze eerste en enige lift bij een originele Palmero tot nu toe).
Eenmaal weer boven aan gekomen hadden we nog een lange tocht naar beneden, maar deze keer waren we gelukkig wel in één keer goed gelopen.
De wandeling had een paar prachtige uitzichten en waarschijnlijk zou zelfs César zich wel hebben kunnen vermaken met het zicht op de enorm wilde zee en het vooruitzicht er straks in te mogen.
|
Uitzicht tijdens de wandeling |
Eenmaal aangekomen besefte ik meteen dat dit mijn nieuwe favoriete stukje La Palma was.
De reusachtige overhangende rots met de schattige visserhutjes uit 1921, die volgens de traditie nog steeds bewoond worden door de familie van de vissers en het mysterieuze kraakheldere, stille meertje tussen de grote rotsen, met op de bodem rotsen in de vormen van de eilanden La Palma, La Gomera en El Hierro. Het leek wel een sprookjesplek!!
Met vloed komt het water tot aan de huisjes, maar met eb blijf het oceaanwater stil staan in dit meertje en dan kun je er heerlijk in zwemmen, met de razende golven op de achtergrond.
|
De vissershutjes in de rots |
|
Het mysterieuze meer |
Helaas konden we maar een half uurtje blijven omdat we vlak voor de vloed aankwamen, maar ik vond het een enorm indrukwekkende ervaring en ik wil hier zeker nog vaak terugkomen!
Om 3 uur liepen we terug naar de parkeerplaats van Poris de la Candelaria, hopend op een lift, want onze benen waren super moe en de weg naar boven was heel steil en lang.
Na een kwartiertje kwam er een duits stel (woonachtig in El Paso) naar boven gelopen dus we vroegen of we met hen mee mochten rijden
De man zei dat we het konden proberen, maar dat hij niet zeker wist of het zou lukken omdat we met zijn 4en misschien te zwaar waren voor de auto.
Dus daar zat ik weer in een klein, gammel autootje met een overhittende motor - dat sowieso al een paar jaar niet meer door de keuring was gekomen - rijdend over een smal weggetje langs een kloof, met soms tussen de 20 en 30% helling. Het voelde als een rare déjà-vu.
|
De sleutelhanger in de auto |
|
Boven aangekomen stapen we in de bus naar Puntagorda, een stadje noordelijk van Tijarafe, waar La Fiesta de Almendro en Flor gehouden werd. Dit is een festival om de bloeiende bloesem van de amandelbomen te vieren. Ik vind het persoonlijk heel romantisch klinken om die gebeurtenis elk jaar te vieren.
In de bus ontmoetten we Sarah en Patrick, onze duitse vrienden, en Davíd, de pastaman (hij is onze nieuwste vrijwilliger. Hij is Italiaans en stelt elke dag, bij elke maaltijd voor om pasta te maken, dus vandaar de bijnaam).
In Puntagorda begon Davíd meteen bier in te slaan en de rest van de avond moesten we steeds meer een oogje in het zeil houden zodat hij niet de weg op zou rennen of zichzelf op een andere manier zou bezeren, maar gelukkig hadden we Panda niet bij ons dus hadden we wat ogen over.
De fiesta zelf bestond uit een band, wat marktkraampjes en een heleboel hippies.
Niets amandel-gerelateerds, tot mijn en Sarahs teleurstelling, wat misschien ook wel wat afdeed aan de romantiek.
Nu dat ik erover probeer te schrijven besef ik dat het eigenlijk een heel klein feestje was, dat het niet zoveel voorstelde en dat ik niet zo goed weet wat ik erover moet zeggen, maar ik voelde me die avond zo gelukkig en verbonden met iedereen. De sfeer is zo fijn hier. Ik merk het vaker op het eiland en nu op het festival had ik het weer. We voelen ons hier zo welkom en geaccepteerd en iedereen lijkt zo vriendelijk! Gister hielp het echter ook wel dat we Húgo, een oud-vrijwilliger die nu in een grot bij Santo Domingo woont, bij ons hadden, want hij heeft gedurende zijn tijd op het eiland bijna alle hippies hier bevriend.
|
Naast mij van links naar rechts: Húgo, Davíd, Sarah en Patrick |
Om 21.25 namen we de laatste bus terug, deels omdat we niet wisten hoe we anders terug moesten komen en deels omdat we niet zeker wisten hoe lang Davíd het nog zou redden, en om 23.00 waren we weer thuis.
Later hoorden we dat de Fiesta om 23.00 pas echt was begonnen, maar wij moesten de volgende dag weer werken. Bij de volgende fiesta zorgen we dat we de volgende dag vrij hebben. We hebben in ieder geval allebei een hele mooie dag gehad gisteren.
Liefs,
Jane